Samenvatting

‘Ik heb een heel bijzónder dier gezien in het bos,’ zei Silas.
Johanna glimlachte. ‘Een rooie rover, zeker?’
‘Een rooie rover?’
‘Ja, jongen, een rooie rover. Een vos!’
‘Nee, geen vos. Het was een dier… veel gevaarlijker dan een vos.’

Silas gaat in een klein dorp op een heuvel tussen de bossen wonen. Hij krijgt er nieuwe vrienden. Rinke, die bazig is. Johanna, die blind is. ‘Kamiel is een jager, en de bakker jaagt ook!’ zegt Johanna. ‘Vertel aan niemand wat je in het bos hebt gezien, Silas!’ Maar Silas wil helemaal niet geheimhouden wat hij heeft gezien.